Roland deelt graag zijn verhaal hier:
Ik had – als verwoed motorrijder- een ongeval met mijn motor. Echt ernstig dan. Ik was in coma, had gekneusde rugwervels en een hersenbloeding. Ik bleef 6 weken in coma, en nadien werd ik nog bijna twee jaar in speciale centra verzorgd, want ook verlamming van mijn beide benen was een gevolg van mijn rugblessure. Jawel, ik heb ook in een rolstoel gezeten. Geen uiting van een gebrek, maar een goede oplossing omdat ik niet meer kon stappen. Maar gelukkig kon ik na bijna twee jaar iedere morgen blijven oefenen en pijn verbijten uiteindelijk toch weer stappen. Natuurlijk was dit een geluk voor mij, maar ook het gevolg van blijven oefenen en de raad van de dokters opvolgen.
En dan mag je eindelijk weer eens naar huis na al die tijd, en je vader bezoeken die al lang in het ziekenhuis ligt. Mijn vader was toen al een oude man, en moe van heel zijn leven goed voor ons te zorgen. En dan komt die dag dat hij stierf. Zelf ben je blij omdat je na jaren die rolstoel niet meer nodig hebt, maar superbedroefd om je vader…
Maar het leven gaat verder, en ik ging weer mijn normale gang, licht beperkt omdat ik sommige dingen niet meer kan, zoals lang rechtstaan, of gewichten heffen. En de arts die mij nu behandelde was echt niet goed. Ik kreeg geen hulp van hem bij problemen, want hij geloofde dat ik gek was geworden door mijn hersenbloeding en coma, iets wat veel mensen geloven. Maar ik werd niet verder geholpen en ging niet meer vooruit. En het ergste van alles was dan nog dat die dokter begon te lachen met mijn overleden vader. En dat deed me meer pijn dan die twee jaar in het ziekenhuis.
En zo kwam ik op een avond nog eens bij het graf van mijn papa staan, en ik vroeg hem om hulp. Het kan gek klinken, maar plots kreeg ik het idee om bij een andere bekende arts te gaan die heel goed gezorgd had voor iemand in mijn familie. Dat idee kreeg ik terwijl ik in gedachten met mijn papa aan het praten was. Ik aanzag het alsof het mijn papa was die dat gezegd had tegen mij, en besloot zijn raad op te volgen. Klinkt het gek? Helemaal niet, zo bleek.
Ik kwam bij die nieuwe arts, en die man luisterde aandachtig naar mijn verhaal. Hij knikte begrijpend, en begon daarna een briefje met nieuwe geneesmiddelen voor mijn duizeligheid die ik al twee jaar had (nooit medicijnen voor gehad) voor te schrijven, en sprak mooie woorden tegen mij. En dan ga je na een gesprek van bijna een uur buiten bij een nieuwe dokter die je vooraf niet kende. En die nu een vriend was geworden. En nog steeds een vriend is. Hij heeft me fantastisch geholpen tijdens mijn revalidatie, waarvoor ik hem altijd dankbaar zal blijven.
En dan kijk je thuis eens naar die foto van papa die op de kast staat, en hij glimlacht. Alsof hij wil zeggen: ”Dat heb ik goed voor je geregeld, zoon!”
Want ik blijf er in geloven dat mijn papa me geantwoord heeft op het kerkhof, en ook na zijn dood voor me zorgt. Gelukkig maar dat ik toen naar hem geluisterd heb…